Skip to main content

Wat is systeemtherapie?

Hieronder geef ik een beschrijving van de belangrijkste ideeën uit de systeemtherapie. Systeemtherapie is een specifieke vorm van psychotherapie, en gaat zowel over individuele therapie, relatietherapie als over gezinstherapie.

Binnen de psychologie en de hulpverlening duidt de term systeem op het sociale systeem waar mensen deel van uitmaken. Dat zijn de mensen die wij kennen en waar we een band mee hebben. Iedereen maakt deel uit van verschillende sociale systemen. Thuis, op school of in ons werk hebben we contact met andere mensen. Met sommige mensen hebben we oppervlakkig contact, met anderen onderhouden we een intensieve of intieme relatie.

Ons gezin van herkomst is een belangrijk sociaal systeem. De relatie met onze ouders, broers en zussen, grootouders of andere familie. Later, bij huwelijk of samenwonen, staat het eigen gezin meer op de voorgrond. De eigen partner en eventuele kinderen spelen dan een grote rol in ons leven. Het werk en de vrienden zijn andere belangrijke plaatsen waar we mensen ontmoeten en relaties onderhouden.

Binnen een sociaal systeem beïnvloeden mensen elkaar. Gedachten, gedragingen, gevoelens en verwachtingen ontstaan in wisselwerking met anderen uit onze omgeving. Dit is een gecompliceerd proces waarbij problemen kunnen optreden.
Een systeemtherapeut zal de problemen altijd bekijken tegen de achtergrond van onze wisselwerking met anderen. Ook wordt bekeken wie kan bijdragen aan het oplossen van de problemen.

In de systeemtherapie gaat men ervan uit dat elk gedrag - en dus ook elk symptoom - communicatie inhoudt, een boodschap. Symptoomgedrag is dus nooit louter iets dat we moeten bestrijden. We trachten te luisteren naar wat het symptoom ons vertelt over het systeem. Het symptoom is namelijk dikwijls een ultieme poging om te spreken over iets waar moeilijk expliciet kan over gesproken worden. De persoon zit in de knoei met gevoelens bij zichzelf en met wat gaande is in zijn omgeving, beseft dit vaak zelf niet, en kan of durft er niet over spreken, zodat het zich omzet in gedrag.

Voorbeelden van symptoomgedrag zijn: stress, depressie, angst, agressie, problemen in de relatie of in de opvoeding, eetproblemen, ...

De systeemtheorie gaat er daarenboven van uit dat de zoektocht naar de betekenis van het symptoom juist de weg toont naar de oplossing van de problematiek en naar meer harmonie. Om iemand te kunnen helpen, gaan we de weg terug: op zoek naar deze boodschap achter het gedrag van deze persoon in zijn context.

Soms zijn symptomen ook een boodschap over de ideeën die mensen hebben over hoe het leven zou moeten gaan bijvoorbeeld: wanneer ben je een goede partner of ouder, wat is een goede opvoeding. Deze ideeën zijn soms gegroeid binnen de familiegeschiedenis.

We kunnen op zoek gaan naar de geschiedenis waarin dit denken is gegroeid. Zo kunnen we trachten te begrijpen hoe men tot die denkbeelden is gekomen zonder dat men beseft wat de gevolgen ervan zijn.

Spanningen en problemen zijn tot op zekere hoogte normaal. Zij horen bij het leven, bijvoorbeeld wanneer de kinderen uit huis gaan en het gezin in een nieuwe fase komt.
Echter, als de problemen ernstig zijn of lang duren, kunnen zij de draagkracht van één of meer gezinsleden ondermijnen. Dan kunnen klachten ontstaan zoals angsten, een depressie, problematisch gedrag, ...

Soms liggen de problemen vooral in de relationele sfeer, hetzij tussen partners, hetzij tussen ouders en kinderen, soms zijn de problemen meer individueel van aard.
Juist als het leed voor één van de gezinsleden te groot is geworden, en de steun van de omgeving onvoldoende blijkt, kan het aangewezen zijn om therapie aan te vragen.