Skip to main content

Moed

Mooi tekstje vind ik.

Helaas vond ik de naam niet van de auteur.

Maar als ik dit las, dan moest ik denken aan veel cliënten. Hun vastberadenheid tijdens het proces dat ze afleggen in therapie. Hun inzichten, zelfcompassie en berusting, maar tegelijkertijd vechtlust en doorzetting. Maar vooral veel moed.

Mooi ...

moed.jpg

Ik trok een streep

Een streep

Ik trok een streep;
tot hier,
nooit ga ik verder dan hier.

Toen ik verder ging
trok ik een nieuwe streep,
en nog een streep.

De zon scheen
en overal zag ik mensen,
haastig en ernstig,
en iedereen trok een streep
iedereen ging verder.

---------------------------------------
uit het werk van Toon Tellegen (1941)

 

Zo herkenbaar, op zoveel verschillende manieren.

Strepen trekken en zeggen: "je komt niet verder, blijf uit mijn buurt" of zeggen "dit is mijn grens" of "ik zorg voor mezelf" en dan toch weer de grens verleggen, er toch over laten gaan, toch mensen toelaten of toch je niet houden aan de afspraak met jezelf.

Want toen ik dit gedicht de allereerste keer las, dacht ik ... "oei, afbakenen en opletten, ..."

Maar hoe vaker ik het lees, herlees, hoe vaker ik het op zoveel verschillende manieren kan lezen.

Is het nu in positieve zin of eerder niet goed. Want ja, de zon scheen toch? En ik trek toch telkens weer een nieuwe streep? Grensverleggend? Jezelf kunnen motiveren om weer een nieuwe streep te trekken. Weer een einddoel kunnen bereiken?

Of nee, misschien trekt iedereen weer strepen om zich er vervolgens niet aan te houden ... haastig en ernstig ...

Ik ben in de war ...

Wat lees jij hier in?

Er waren eens drie bomen ...

"Er waren eens drie bomen, die alle drie in een hevige storm een grote tak waren kwijtgeraakt. De drie bomen waren elk op een andere manier met hun verlies omgegaan. Jaren later ging ik de bomen weer opzoeken. Gisteren heb ik ze teruggevonden en met hen gesproken.

De eerste boom rouwde nog steeds om zijn verlies en zei ieder voorjaar als de zon hem uitnodigde om te groeien: "Nee, dat kan ik niet want ik mis een belangrijke tak." Ik zag dat hij klein was gebleven en in de schaduw stond van de andere bomen. De zon drong niet meer
tot hem door. De wond was duidelijk zichtbaar en zag er naakt uit. Het was het hoogste punt van de boom. Hij was niet meer verder gegroeid. De tweede boom was zo geschrokken van de pijn dat hij snel had besloten om het verlies te vergeten. Hij was moeilijk te vinden, want hij lag op de grond. Een voorjaarsstorm had hem doen omwaaien. Hij had zijn greep op de aarde verloren. De plek van de wond was moeilijk zichtbaar.
te vinden. Deze zat verstopt achter een heleboel vochtige bladeren en lag daar te rotten. De derde boom was ook erg geschrokken van de pijn en de leegte in zijn lijf en hij rouwde om zijn verlies. Het eerste voorjaar toen de zon hem uitnodigde om te groeien, had hij gezegd: "Dit jaar nog niet." Toen de zon het tweede voorjaar weer terugkwam met de uitnodiging, had hij gezegd: "Ja zon, verwarm mij zodat ik mijn wond kan verwarmen. Mijn wond heeft warmte nodig opdat ze weet dat ze erbij hoort." Toen de zon het derde voorjaar weer terugkwam, sprak de boom: "Ja zon, laat mij groeien. Ik weet dat er nog zoveel te groeien is." De derde boom was ook moeilijk te vinden, want ik had niet verwacht dat hij zo groot en sterk zou zijn geworden. Gelukkig heb ik hem herkend aan de dichtgegroeide wond die vol trots in het zonlicht werd gehouden."

Een mooi sprookje over rouw, over omgaan met verlies en verdriet. Het vertelt ons, dat als we ons verdriet en onze pijn proberen weg te duwen en te doen alsof het er niet is, we onze greep op alles om ons heen kunnen verliezen. Dat als we bij de pakken blijven zitten, we niet meer verder groeien in het leven. Maar als we de tijd nemen om verdriet ook verdriet te laten zijn, en als we daarbij warmte en genegenheid van andere mensen mogen ervaren, we dan zullen uitgroeien. En we veel groter en veel sterker dan ooit voorheen kunnen worden. mensen ervaren, we uitgroeien; veel groter en veel sterker dan ooit voorheen.